Wanneer onze honden de “senior” status bereiken, krijgen we vaak het advies om over te stappen op speciale seniorenvoeding. Op het eerste gezicht lijkt dit volkomen logisch: oudere hond, seniorenvoer. Maar is dit eigenlijk wel het beste advies voor elke oudere hond?
In deze blog wil ik dit breed aanvaarde idee ter discussie stellen en uitleggen waarom seniorenvoer niet per definitie de juiste keuze is voor elke oudere viervoeter. Sterker nog, voor veel oudere honden kan standaard “senior formule” voeding mogelijk bijdragen aan een probleem waar veel van onze grijze maatjes mee te maken krijgen: het verlies van spiermassa.
Wat is seniorenvoer voor honden eigenlijk?
Een mogelijk verrassend feit: er bestaat eigenlijk geen officiële standaard voor wat “senioren” hondenvoer is. In tegenstelling tot puppyvoer, waarvoor specifieke voedingseisen zijn vastgesteld door organisaties zoals AAFCO in de Verenigde Staten en de European Petfood Industry Federation (FEDIAF) in Europa, is er geen officiële definitie van wat voer geschikt maakt voor oudere honden.
Als je door de dierenspeciaalzaak loopt, zie je zakken en blikken met etiketten als “senior” of “aging care”, vaak met een prachtige foto van een grijze snuit op de verpakking. Maar dit zijn marketingtermen, geen wetenschappelijk gedefinieerde categorieën. Dit is anders dan puppyvoer, waar specifieke eisen gelden voor groei en ontwikkeling. Voor oudere honden bepaalt elke fabrikant zelf wat een “senior” formule inhoudt op basis van hun eigen criteria en onderzoek.
Veel hondeneigenaren zijn hier behoorlijk verbaasd over, en terecht! Ze gaan ervan uit dat als er “senior formule” op een zak staat, het aan een bepaalde officiële standaard moet voldoen die speciaal is ontworpen voor oudere honden. Het blijkt echter dat er enorme verschillen zijn tussen verschillende senior merken. Sommige hebben een aanzienlijk verlaagd eiwitgehalte, terwijl andere hogere niveaus hebben met toegevoegde supplementen. Sommige richten zich voornamelijk op caloriebeperking, terwijl andere de nadruk leggen op ingrediënten voor gezonde gewrichten.
Dit betekent dat fabrikanten volledige vrijheid hebben om te beslissen wat er in een senior formule gaat en welke leeftijd “senior” status eigenlijk is. Hierdoor wisselt seniorenvoer voor honden enorm in samenstelling van merk tot merk.
Dat gezegd hebbende, zijn er wel een paar veelvoorkomende aanpassingen die je meestal vindt in voeding die wordt aangeprezen voor oudere honden:
- Minder calorieën – gebaseerd op de aanname dat oudere honden minder actief zijn, dat hun metabolisme verandert, en dat ze daarom minder calorieën nodig hebben om hun gewicht te behouden. In veel gevallen klopt dat ook – maar niet voor alle honden.
- Minder eiwitten – veel (maar niet alle) seniorenvoer bevat minder eiwitten dan onderhoudsvoeding voor volwassen honden. Deze verlaging komt voort uit de gedachte dat dit nierfunctie zou beschermen.
- Extra supplementen – senior formules bevatten vaak toevoegingen zoals glucosamine, chondroïtine en omega-3 vetzuren om gewrichten en cognitieve functie te ondersteunen.
- Zachtere textuur – sommige seniorenvoer heeft een minder harde structuur om rekening te houden met gebitsproblemen die vaak voorkomen bij oudere honden.
Ik heb het al eerder genoemd: de leeftijd waarop een hond “senior” wordt, varieert afhankelijk van de grootte van het ras. Grote rassen zoals Duitse Doggen worden al op 5-6 jarige leeftijd als senioren beschouwd, terwijl kleine rassen pas op 10-12 jarige leeftijd de senior status bereiken. De definitie van “senior” is dus niet universeel.
Eiwit beperking: een groot misverstand
Een hardnekkig misverstand dat ik regelmatig tegenkom, is het idee dat oudere honden minder eiwit nodig hebben. Jarenlang bestond de overtuiging dat het verminderen van eiwitinname de ontwikkeling of het voortschrijden van nierfalen bij oudere honden kon voorkomen of vertragen. Dit leidde ertoe dat veel fabrikanten senior formules maakten met minder eiwit dan gewone voeding voor volwassen honden.
Dit misverstand heeft een lange geschiedenis. In de jaren ’70 en ’80 suggereerden vroege studies naar nierfalen bij honden dat het verminderen van eiwit zou kunnen helpen om de nierfunctie te behouden. Maar het punt is dat deze studies werden uitgevoerd bij honden die al in meerdere of mindere mate nierfalen hadden – niet bij gezonde oudere honden! Op de een of andere manier heeft dit geleid tot een algemene aanbeveling voor alle oudere honden, ongeacht de toestand van hun nieren.
Maar: huidig onderzoek laat zien dat gezonde oudere honden juist eerder MEER eiwit nodig hebben, niet minder.
Er zijn verschillende studies die duidelijk hebben aangetoond dat gezonde oudere honden die een dieet met verhoogd eiwit eten, beter hun spiermassa behouden dan honden die een eiwitbeperkt dieet krijgen.
Denk aan wat er met ons gebeurt als we ouder worden – als we er niet heel bewust wat aan doen, verliezen we spiermassa naarmate we ouder worden. Dit wordt sarcopenie genoemd. Hetzelfde gebeurt bij honden. En een van de meest effectieve manieren om dit verlies tegen te gaan? Een combinatie van beweging en voldoende eiwitinname.
Inmiddels is dus uit diverse onderzoeken gebleken dat eiwitvermindering alleen gunstig is bij honden die al nierfalen hebben, niet als preventieve maatregel. Maar zodra nierfalen aanwezig is, kunnen dieetaanpassingen wel een enorm verschil maken. Honden met gediagnosticeerde nierfalen hebben zeker zorgvuldig gecontroleerde eiwitniveaus in hun voeding nodig. Maar dat is een specifieke medische aandoening die begeleiding van een dierenarts nodig maakt, geen preventieve maatregel voor alle senioren.
Het belang van spierbehoud
Ik wil nog even extra benadrukken hoe belangrijk het behoud van spiermassa is voor oudere honden. Spieren zijn niet alleen belangrijk voor mobiliteit, maar ook voor immuun functie en algehele gezondheid.
Wanneer honden spiermassa verliezen, worden ze zwakker, minder stabiel op hun poten, en vatbaarder voor blessures. Hun metabolisme vertraagt, waardoor gewichtsbehoud moeilijker wordt. En hun vermogen om te herstellen van ziekte of operatie neemt af. Dat wordt wel fragiliteit genoemd, een term die in de medische wetenschap gebruikt wordt om een situatie met meerdere aspecten in één woord samen te vatten:
In essentie betekent fragiliteit dat het lichaam minder reserves heeft om terug te vallen op tijdens periodes van stress, ziekte of verhoogde belasting. Een hond met fragiliteit heeft minder “buffer” en kan daarom sneller verslechteren bij relatief kleine problemen waar een gezonde jongere hond probleemloos van zou herstellen.
Daarom is voldoende eiwitinname zo belangrijk voor oudere honden. De aminozuren in eiwit zijn de bouwstenen voor het onderhouden en herstellen van spierweefsel. Zonder voldoende hoogwaardige eiwitten versnelt het spierverlies.
De juiste keuze maken voor jouw oudere hond
Hoe bepaal je wat jouw oudere hond eigenlijk zou moeten eten? Er zijn enkele belangrijke individuele factoren om rekening mee te houden:
Activiteitsniveau: Veel senioren blijven behoorlijk actief tot op hoge leeftijd. Deze honden hebben genoeg calorieën nodig om dat te kunnen blijven doen. Aan de andere kant zijn er honden die echt langzamer zijn geworden met de leeftijd. Ik heb veel 12-, 13- of 14-jarigen gezien die de voorkeur geven aan korte, rustige wandelingen en veel dutjes. In die gevallen is een vermindering van calorieën nodig – maar zelfs dan blijven de eiwitkwaliteit en -kwantiteit belangrijke factoren.
Gewicht en lichaamsconditie: Is je hond op ideaal gewicht, heeft hij ondergewicht of overgewicht? Als je hond is aangekomen of gemakkelijk aankomt, zou je kunnen kiezen voor een dieet voor gewichtscontrole, omdat deze diëten minder calorieën hebben maar nog steeds voldoende eiwit en andere mineralen. Dit is een veel betere optie dan simpelweg de hoeveelheid van het huidige voer te beperken, omdat dit kan leiden tot tekorten.
Gezondheidsproblemen: Dit is waar een individuele benadering belangrijk wordt. Honden met nierfalen hebben mogelijk minder fosfor en aangepaste eiwitniveaus nodig. Ik ben een groot fan van regelmatig bloedonderzoek laten doen bij oudere honden, minstens 1x per jaar. In het bloed kunnen we heel vaak al een beginnend probleem zien nog voordat er symptomen zijn. Dan kunnen we vroegtijdig ingrijpen. Maar blijkt uit bloedonderzoek dat de organen zoals lever en nieren van jouw hond het prima doen, dan is er geen reden om op een senior voer over te gaan!
Gebitsproblemen: Sommige oudere honden hebben gebitsproblemen die het moeilijk maken om harde brokken te kauwen. Dus de consistentie van het voer moet misschien veranderen, maar dat betekent niet noodzakelijkerwijs dat de samenstelling ook moet veranderen.
Wat kun je toevoegen aan het dieet van je senior?
Omega-3 vetzuren
Een voedingssupplement met sterke wetenschappelijke onderbouwing voor oudere honden is omega-3 vetzuren. De belangrijkste omega-3’s voor honden zijn EPA en DHA, die voornamelijk worden gevonden in bronnen uit de zee zoals visolie of algenolie.
Studies hebben aangetoond dat honden met artrose die omega-3 supplementen kregen, vaak beter konden bewegen en minde pijn hadden. Daarnaast is gevonden dat omega-3 vetzuren de cognitieve functie bij oudere honden ondersteunen en mogelijk een beschermend effect hebben tegen hondendementie.
Om deze effecten te bereiken, hebben we over het algemeen een veel hogere dosering nodig dan een hond alleen uit voeding zou krijgen, en is het nuttig om een supplement te geven. Het risico bij gebruik van een supplement is dat visoliën heel gemakkelijk rans worden. Dan kunnen ze juist een averechts effect hebben. Dat kun je ondervangen door ze in de koelkast te bewaren . Daarnaast geef ik de voorkeur aan capsules of softgels in plaats van flessen olie. Dat beschermt de kwetsbare olie beter tegen oxideren.
Let op: veel omega 3 producten gebruiken, naast vitamine E ook rozemarijnextract als conserveringsmiddel. Als je hond epilepsie heeft, kun je die beter niet gebruiken, omdat rozemarijn een trigger kan zijn voor epilepsie-aanvallen. Lees dus goed het etiket na voor de samenstelling!
Probiotica
Probiotica zijn gunstige bacteriën die de darmgezondheid ondersteunen, en er is groeiend wetenschappelijk bewijs dat ze heel waardevol kunnen zijn voor oudere honden. Ze kunnen helpen de spijsvertering bij oudere honden te verbeteren, de immuun functie ondersteunen en hebben zelfs een ontstekingsremmend effect.
Superfoods
Tot slot ben ik een grote fan van het regelmatig toevoegen van kleine doses superfoods aan het dieet van een hond. Dit zijn voedingsmiddelen rijk aan voedingsstoffen, met een hoge concentratie antioxidanten en andere gunstige verbindingen. Ze zijn op zich al ontzettend nuttig, maar dienen ook als voeding voor de gunstige bacteriën in de darm – een dubbel voordeel! Ik heb een e-book geschreven over 10 praktische superfoods: je vindt het e-book hier.
Conclusie
Laat je niet ompraten door slimme marketing technieken en mooie plaatjes van fitte senioren. Je hond heeft niet per definitie seniorvoer nodig omdat er een bepaald aantal kaarsjes op zijn verjaardagstaart staan! Kijk naar wat jouw maatje nodig heeft op basis van zijn specifieke gezondheidstoestand, lichaamsconditie en activiteitsniveau. Dat geeft je de beste kansen om hem fit en actief te houden, op welke leeftijd dan ook!